Evangelietekst Matthaeus Hoofdstuk 26 en 27
(deel)
[ stop muziek
] [ terug ]
Volgens de (moderne) Willibrord-vertaling (tussenkoppen
zijn door maker zelf aangebracht)
Tevens is vermeld waar Bach koralen,
koren, arioso's en arias heeft ingevoegd.
Klik op de paarse teksten voor weergave van de
muziek.
Zie hier voor de tekst van de
Matthaeus Passion.
(Eerste deel Matthaeus Passion)
De Matthaeus-Passion van Bach
wordt ingeleid met een openingskoor:
"Kommt
ihr Töchter, helft mir klagen ... "
Hoofdstuk 26 Matthaeus
Toen Jezus al deze woorden beëindigd had, zei Hij tegen zijn
leerlingen:
`Zoals jullie weten is het over twee dagen Pasen, en dan wordt de
Mensenzoon overgeleverd om gekruisigd te worden.'
Koraal:
"Herzliebster Jesu was hast du verbrochen"
Plannen om Jesus gevangen te nemen
Toen kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk bij
elkaar in het paleis van de hogepriester, die Kajafas heette. Ze
maakten plannen om Jezus met een list in handen te krijgen en ter
dood te brengen. Ze zeiden:
`Niet op het feest, er moet onder het volk geen opschudding
ontstaan.'
[ naar boven ]
Maria Magdalena zalft Jesus
Toen Jezus in Betanië was, in het huis van Simon de melaatse,
kwam een vrouw naar Hem toe met een albasten flesje kostbare balsem,
en goot dat over zijn hoofd leeg, terwijl Hij aan tafel was. Toen
zijn leerlingen dat zagen, zeiden ze verontwaardigd:
`Waar is die verspilling goed voor? Want dat had voor veel geld
verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden.'
Jezus merkte het en zei:
`Wat maken jullie het die vrouw lastig? Ze heeft namelijk een goed
werk gedaan aan Mij. Want de armen heb je altijd bij je, maar Mij
hebben jullie niet altijd. Want toen ze die balsem over mijn lichaam
goot, deed ze dat met het oog op mijn begrafenis. Ik verzeker
jullie, waar ook ter wereld deze goede boodschap verkondigd wordt,
daar zal ook ter herinnering aan haar verteld worden wat zij gedaan
heeft.'
Arioso
(recitatief) " Du lieber Heiland du …"
Aria:"
Buss
und Reu …"
[ naar boven ]
Judas' verraad
Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de
hogepriesters en zei:
`Wat wilt u me geven, als ik Hem aan u overlever?'
Ze telden dertig zilverstukken voor hem uit. Vanaf toen zocht hij
een gunstig moment om Hem over te leveren.
Aria:
" Blute nur du liebes Herz! …"
Het laatste avondmaal (paasmaal)
Op de eerste dag van het feest van de ongedesemde broden kwamen
de leerlingen Jezus vragen:
`Waar wilt U dat wij het paasmaal voor U voorbereiden?'
Hij zei:
`Ga naar de stad, naar die en die, en zeg hem: "De meester laat
weten: Mijn tijd is nabij. Bij u wil Ik met mijn leerlingen het
paasmaal houden.''
' De leerlingen deden wat Jezus hun opgedragen had, en ze maakten
het paasmaal klaar.
[ naar boven ]
Ben ik 't, Heer?
Toen de avond gevallen was, was Hij met de twaalf aan tafel.
Tijdens de maaltijd zei Hij:
`Ik verzeker jullie, een van jullie zal Mij overleveren.'
Buitengewoon bedroefd als ze waren, begonnen ze Hem één voor één
te vragen:
`Ik ben het toch niet, Heer?'
Koraal
" Ich bins Ich sollte büssen … "
Hij gaf hun ten antwoord:
`Wie met Mij zijn hand in de schaal doopt, die zal Mij overleveren.
De Mensenzoon gaat wel heen zoals over Hem geschreven staat, maar
wee die mens door wie de Mensenzoon overgeleverd wordt. Het zou
beter zijn voor die mens, als hij niet geboren was.'
Judas, die Hem wilde overleveren, reageerde: `Ik ben het toch niet,
rabbi?'
Hij zei tegen hem: `Jij hebt het gezegd.'
"Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed"
Tijdens de maaltijd nam Jezus een brood, sprak de zegenbede uit,
brak het, gaf het aan zijn leerlingen en zei:
`Neem en eet, dit is mijn lichaam.'
Ook nam Hij een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun die met de
woorden:
`Drink er allen uit, want dit is mijn bloed van het verbond, dat
voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie:
vanaf nu zal Ik niet meer drinken van deze vrucht van de wijnstok,
tot de dag waarop Ik met jullie de nieuwe oogst zal drinken in het
koninkrijk van mijn Vader.'
[ naar boven ]
Arioso
(recitatief) " Wiewohl mein Herz in Tränen schwimmt … "
Aria " Ich will dir mein Herze schenken … "
Petrus belofte en de voorspelling "Voordat de haan
driemaal kraait …"
Na het zingen van de psalmen gingen ze de stad uit, naar de
Olijfberg. Toen zei Jezus tegen hen:
`Deze nacht nog zullen jullie allemaal ten val komen vanwege Mij,
want er staat geschreven: Ik zal de herder treffen, en de schapen
van de kudde zullen verstrooid worden. Maar na mijn opwekking zal Ik
jullie voorgaan naar Galilea.'
Koraal
" Erkenne mich mein Hüter …"
Petrus reageerde daarop en zei:
`Al komen ze allemaal ten val vanwege U, ik zal nooit ten val
komen.'
Jezus zei Hem:
`Ik verzeker je, in deze nacht, nog voordat de haan kraait, zul je
Me drie keer verloochenen.' 35 Petrus zei Hem: `Ook al moet ik samen
met U sterven, ik zal U niet verloochenen.'
In deze trant spraken alle leerlingen.
Koraal
" Ich will hier bei dir stehen … "
[ naar boven ]
In Getsemane (hof van Olijven), de leerlingen vallen in
slaap ...
Toen ging Jezus met hen naar een plek die Getsemane genoemd
wordt, en Hij zei tegen zijn leerlingen:
`Ga hier zitten, terwijl Ik daar ga bidden.'
Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee en begon
bedrukt en onrustig te worden. Toen zei Hij tegen hen:
`Ik ben dodelijk bedroefd. Blijf hier, en blijf wakker met Mij.'
Dialoog:
Arioso (recitatief) " O SchmerzWie zittert das gequälte Herz …
" en koraal " Was ist die Ursach aller solcher Plagen …"
Dialoog:
Aria: " Ich will bei meinem Jesu wachen …" en koor
"So schlafen unsre Sunden ein …"
Hij ging een eindje verder, wierp zich voorover en bad:
`Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij
voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.'
Arioso
(recitatief) " Der Heiland fällt vor seinem Vater nieder …"
Aria
" Gerne will ich mich bequemen, Kreuz und Becher anzunehmen …
"
Hij ging terug naar de leerlingen en vond hen in slaap, en Hij
zei tegen Petrus:
`Konden jullie dan niet één uur wakker blijven met Mij? Blijf
wakker en bid dat jullie in de beproeving niet bezwijken. De geest
is wel van goede wil, maar het vlees is zwak.'
En weer, voor de tweede maal, ging Hij bidden:
`Mijn Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker voorbijgaat
zonder dat Ik hem drink, laat uw wil dan geschieden.'
Koraal
" Was mein Gott will das g'scheh' all'Zeit … "
Toen Hij terugkwam, vond Hij hen wederom in slaap, want hun ogen
waren zwaar. Hij liet hen achter en ging opnieuw bidden, voor de
derde keer, met weer dezelfde woorden. Toen kwam Hij naar de
leerlingen en zei tegen hen:
`Slaap nu maar rustig verder. Nu is het uur nabij dat de Mensenzoon
wordt overgeleverd in de handen van zondaars. Sta op, laten we gaan.
Kijk, hij die Mij overlevert, komt eraan.'
[ naar boven ]
Jezus wordt gevangen genomen
Hij was nog niet uitgesproken of Judas kwam eraan, een van de
twaalf, en hij had een grote bende bij zich met zwaarden en
knuppels, gestuurd door de hogepriesters en oudsten van het volk.
Hij die Hem overleverde, had een teken met hen afgesproken: `Degene
die ik zal kussen, die is het. Grijp Hem.' Hij ging recht op Jezus
af en zei:
`Gegroet, rabbi!',
en kuste Hem. Jezus zei tegen hem:
`Vriend, ben je daarvoor hier!'
Toen kwamen ze dichterbij, grepen Jezus en overmeesterden Hem.
Duet
aria met koor " So ist mein Jesus nun gefangen … "
Koor " Sind blitze, sind Donner in Wolken verschwunden ...
"
Wie het zwaard grijpt …
En kijk, een van de volgelingen van Jezus greep naar zijn zwaard,
trok het, sloeg in op de knecht van de hogepriester en hakte hem
zijn oor af. Toen zei Jezus tegen hem:
`Steek je zwaard weer op zijn plaats. Want allen die naar het zwaard
grijpen, zullen door het zwaard omkomen. Of denk je dat Ik mijn
Vader niet te hulp kan roepen? Dan zal Hij Me dadelijk bijstaan met
meer dan twaalf legioenen engelen. Hoe zullen dan de Schriften
vervuld worden, die zeggen dat het zo moet gebeuren?'
Op dat ogenblik zei Jezus tegen de bende:
`Alsof Ik een bandiet ben, zo bent u met zwaarden en stokken op Mij
afgekomen om Mij in handen te krijgen. Dag in dag uit zat Ik in de
tempel onderricht te geven en u hebt Mij niet opgepakt. Maar dit
alles is gebeurd, opdat de geschriften van de profeten vervuld
zouden worden.'
Toen lieten de leerlingen Hem allemaal in de steek en vluchtten weg.
Koraal
/ slotkoor eerste deel " O Mensch bewein dein Sunde gross …"
[ naar boven ]
(Tweede deel Matthaeus Passion)
Duet
Aria " Ach nun ist mein Jesus hin …" en koor " Wo ist
den dein Freund hingegangen …"
Verhoor door de hogepriesters
Maar zij die Jezus gegrepen hadden, brachten Hem naar de
hogepriester Kajafas, waar de schriftgeleerden en de oudsten bij
elkaar gekomen waren. Petrus volgde Hem op een afstand tot de
binnenplaats van het paleis van de hogepriester, en eenmaal binnen
ging hij bij de knechten zitten om te zien hoe het zou aflopen. De
hogepriesters en heel het Sanhedrin zochten valse getuigenissen
tegen Jezus om Hem ter dood te kunnen brengen.
Koraal
" Mir hat die Welt truchlig gericht't … "
Maar ze vonden niets, hoewel er veel valse getuigen naar voren
traden. Ten slotte kwamen er twee naar voren die verklaarden:
`Die man heeft gezegd: "Ik kan de tempel van God afbreken en in
drie dagen opbouwen.'' ' De hogepriester ging staan en zei tegen
Hem:
`U antwoordt niets? Wat brengen ze wel niet tegen U in?'
Maar Jezus bleef zwijgen.
Arioso
(recitatief) " Mein Jesus schweigt zu falschen Lugen stille …
"
Aria
" Geduld, geduld, wenn mich falsche Zungen stechen … "
[ naar boven ]
"Godslastering ..."
De hogepriester zei tegen Hem:
`Ik bezweer U bij de levende God dat U ons zegt of U de Messias
bent, de Zoon van God.'
Jezus zei tegen Hem:
`U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: vanaf nu zult u de Mensenzoon
zien, gezeten aan de rechterhand van de Macht en komend op de wolken
van de hemel.'
Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei:
`Hij heeft God gelasterd. Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U
hebt nu toch de godslastering gehoord. Wat vindt u?'
Ze gaven ten antwoord:
`Hij verdient de doodstraf.'
Toen spuwden ze Hem in het gezicht en sloegen Hem. Anderen sloegen
Hem met een stok en zeiden:
`Profeteer nu eens voor ons, Messias. Wie was het die je heeft
geslagen?'
Koraal
" Wer hat dich so geschlagen … "
Verloochening door Petrus, de haan kraait driemaal …
Petrus zat buiten op de binnenplaats. Er kwam een slavin naar hem
toe, die zei:
`Jij was ook bij die Jezus van Galilea.'
Maar hij ontkende het waar iedereen bij was:
`Ik weet niet waar je het over hebt.'
Hij ging naar het portaal en een andere slavin zag hem daar en ze
zei tegen wie daar stonden:
`Die man daar was bij Jezus de Nazoreeër.'
Opnieuw ontkende hij onder ede:
`Ik ken die man niet.'
Na een tijdje kwamen de omstanders dichterbij en zeiden tegen
Petrus:
`Inderdaad, jij hoort ook bij hen; trouwens, jouw spraak verraadt
je.'
Toen begon hij te vloeken en te zweren: `Ik ken die man niet.'
En meteen kraaide er een haan. Petrus herinnerde zich wat Jezus
gezegd had: `Voordat de haan kraait, zul je Me drie keer
verloochenen.' Hij ging naar buiten en huilde bittere tranen.
Aria
" Erbarme dich, mein Gott … "
Koraal: " Bin ich gleich von dir gewichen, stell ich mich doch wieder
ein …"
[ naar boven ]
Hoofdstuk 27 Matthaeus
Judas krijgt spijt
's Morgens vroeg namen alle hogepriesters en oudsten van het volk
het besluit om Jezus te doden. Ze boeiden Hem, voerden Hem weg en
leverden Hem over aan Pilatus, de gouverneur. Toen Judas, die Hem
overleverde, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij spijt en bracht
hij de dertig zilverstukken terug naar de hogepriesters en oudsten,
met de woorden:
`Ik heb een misdaad begaan door onschuldig bloed over te leveren.'
Maar ze zeiden:
`Wat gaat ons dat aan? Dat moet u zelf maar zien.'
En hij gooide de zilverstukken in de tempel en ging zich ophangen.
De hogepriesters namen de zilverstukken en zeiden:
`We mogen ze niet bij de offergave doen, omdat het bloedgeld is.'
Aria
" Gebt mir meinem Jesum wieder … "
Ze besloten er het land van de pottenbakker van te kopen, om er
de vreemdelingen te begraven. Daarom wordt dat land Bloedakker
genoemd, tot op de dag van vandaag. Toen werd het woord vervuld dat
bij monde van de profeet Jeremia gesproken is: En ze namen de dertig
zilverstukken, de fraaie prijs waarop de zonen van Israël Hem
geschat hadden, en ze gaven die voor het land van de pottenbakker,
zoals de Heer mij had opgedragen.
[ naar boven ]
Voor Pilatus
Jezus werd voor de gouverneur geleid. De gouverneur stelde Hem de
vraag:
`Bent U de koning van de Joden?'
Jezus zei:
`U zegt het zelf.'
Op de beschuldigingen die door de hogepriesters en oudsten tegen Hem
ingebracht werden, antwoordde Hij niets. Toen zei Pilatus tegen Hem:
`Hoort U niet waar ze U allemaal van beschuldigen?'
Hij gaf hem nergens antwoord op, zodat de gouverneur zeer verbaasd
stond.
Koraal
" Befiehl du deine Wege … "
[ naar boven ]
Jezus of Barrabas, het volk kiest …
Het was de gewoonte van de gouverneur om bij een feest één
gevangene vrij te laten, en wel degene die het volk wilde. 16 Ze
hadden toen een beruchte gevangene, die Jezus Barabbas heette. Omdat
ze nu toch bij elkaar waren, zei Pilatus hun:
`Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die Messias
genoemd wordt?'
Want hij wist dat ze Hem uit afgunst overgeleverd hadden. Terwijl
hij rechtszitting hield, stuurde zijn vrouw hem het bericht:
`Laat je niet in met die rechtvaardige man, want ik heb vandaag in
een droom veel om Hem moeten verduren.'
De hogepriesters en oudsten haalden de menigte over om Barabbas te
vragen en Jezus te laten doden. De gouverneur vroeg hun opnieuw:
`Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?'
`Barabbas',
zeiden ze.
Pilatus zei tegen hen:
`Wat moet ik dan met Jezus doen, die Messias genoemd wordt?'
Ze riepen allemaal:
`Kruisig Hem.'
Koraal
" Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe …"
Maar hij zei:
`Wat voor kwaad heeft Hij dan eigenlijk gedaan?'
Arioso
(recitatief) " Er hat uns allen wohlgetan … "
Aria " Aus Liebe will mein Heiland sterben …"
Ze schreeuwden nog harder:
`Kruisig Hem.'
Toen Pilatus zag dat het niets hielp, maar dat de onrust steeds
groter werd, nam hij water en waste zijn handen voor de ogen van het
volk. Hij zei:
`Ik ben onschuldig aan dit bloed. U moet zelf maar zien.'
Heel het volk riep als antwoord:
`Zijn bloed op ons en onze kinderen!'
Toen liet hij Barabbas vrij, maar Jezus liet hij geselen en leverde
hij over om gekruisigd te worden.
Arioso
(recitatief) " Erbarm es Gott … "
Aria
" Konnen tr"anen meiner Wangen …"
[ naar boven ]
Bespotting
Toen namen de soldaten van de gouverneur Jezus mee naar het
pretorium en haalden er heel de cohort bij. Ze trokken Hem zijn
kleren uit en hingen Hem een rode mantel om; ze vlochten een krans
van doorns, zetten die op zijn hoofd, gaven Hem een rietstok in de
rechterhand, vielen voor Hem op de knieën en dreven de spot met Hem
door te zeggen:
`Gegroet, koning van de Joden!'
En ze spuwden Hem in het gezicht, pakten de rietstok en sloegen Hem
op zijn hoofd.
Koraal
" O Haupt voll Blut und Wunden … "
Toen ze zo de spot met Hem gedreven hadden, namen ze Hem de
mantel af en deden Hem zijn eigen kleren weer aan. Ze leidden Hem
weg om Hem te kruisigen. Toen ze de stad uitgingen, kwamen ze een
man uit Cyrene tegen die Simon heette. Hem dwongen ze zijn kruis te
dragen.
Arioso
(recitatief) " Ja, freilich will in uns das Fleisch und Blut
zum Kreuz gezwungen sein … "
Aria
" Komm susses Kreuz …"
[ naar boven ]
Kruisiging
Ze kwamen bij een plaats die Golgotha heet, wat Schedelveld
betekent, en daar gaven ze Hem een mengsel te drinken van wijn en
gal. Toen Hij geproefd had, wilde Hij niet drinken. Ze kruisigden
Hem en verdobbelden zijn kleren. Daar hielden ze zittend de wacht
bij Hem. Boven zijn hoofd hadden ze geschreven waaraan Hij schuldig
bevonden was: `Dit is de koning van de Joden.' Tegelijk met Hem
werden er twee bandieten gekruisigd, een rechts en een links van
Hem. De voorbijgangers lasterden Hem en zeiden hoofdschuddend:
`Jij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, red jezelf
als je de Zoon van God bent, en kom van het kruis af.'
In diezelfde trant dreven ook de hogepriesters samen met de
schriftgeleerden en oudsten de spot met Hem:
`Anderen heeft Hij gered, zichzelf kan Hij niet redden. Hij is
koning van Israël, laat Hij dan nu van het kruis afkomen en wij
zullen in Hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld,
laat die Hem redden, als Hij Hem mag. Hij heeft toch gezegd: Ik ben
de Zoon van God.'
Op dezelfde manier maakten ook de bandieten die samen met Hem
gekruisigd waren beledigende opmerkingen tegen Hem.
Arioso
(recitatief) " Ach Golgotha, unsel'ges Golgotha … "
Duet
Aria met koor " Sehet Jesus hat die Hand uns zu fassen
ausgespannt …"
[ naar boven ]
Jezus' sterft
Vanaf het zesde uur viel er duisternis over het hele land, tot
aan het negende uur. Rond het negende uur riep Jezus met luide stem
uit:
`Eli, Eli, lema sabachtani?'
Dat betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij in de steek
gelaten?
Sommigen die daar stonden, hoorden dat en zeiden:
`Hij roept Elia.'
Meteen rende een van hen weg om een spons te halen, doopte die in
wijn, stak hem op een rietstok en wilde Hem te drinken geven. Maar
de anderen zeiden:
`Niet doen! Laten we eens kijken of Elia Hem komt redden.'
Maar Jezus schreeuwde opnieuw luidkeels en gaf de geest.
Koraal
" Wenn ich einmal soll scheiden … "
De aarde beeft …, de erkenning van de legerhoofdman
Op dat ogenblik scheurde het voorhangsel in de tempel van boven
tot beneden in tweeën. De aarde beefde, de rotsen spleten uit
elkaar, de graven gingen open en de lichamen van veel heiligen die
ontslapen waren, werden tot leven gewekt. Toen Jezus zelf tot leven
was gewekt, kwamen ze uit de graven en gingen ze naar de heilige
stad, waar ze aan velen verschenen. Toen de centurio en zijn mannen,
die bij Jezus de wacht hielden, de aardbeving zagen en wat er
allemaal gebeurde, werden ze vreselijk bang. Ze zeiden:
`Werkelijk, Hij was de Zoon van God.'
[ naar boven ]
Leerlingen mogen het lichaam van Jesus van het kruis
afnemen
Op een afstand stonden daar ook veel vrouwen te kijken. Ze waren
Jezus gevolgd uit Galilea en hadden Hem onderhouden. Daar waren ook
Maria van Magdala bij, Maria de moeder van Jakobus en Jozef, en de
moeder van de zonen van Zebedeüs. Toen het avond geworden was, kwam
een rijk man uit Arimatea, die Jozef heette; ook hij was leerling
van Jezus geworden. Hij vervoegde zich bij Pilatus om het lichaam
van Jezus te vragen. Pilatus gaf toen het bevel om het aan hem af te
staan.
Arioso
(recitatief) " Am Abend, da es kuhle war … "
Duet
Aria met koor " Mache dich mein Herze rein. Ich will Jesum
selbst begraben …"
Steen voor het graf
Jozef nam het lichaam, wikkelde het in zuiver linnen, en legde
het in zijn nieuwe graf, dat hij in de rots had laten uithouwen. Hij
rolde een grote steen voor de ingang van het graf en ging weg. Maria
van Magdala en de andere Maria waren daar tegenover het graf gaan
zitten.
Hogepriesters willen wachters bij het graf
De volgende dag, dat wil zeggen na de voorbereidingsdag, gingen de
hogepriesters en de farizeeën samen naar Pilatus en zeiden:
`Heer, wij moesten eraan denken dat die misleider tijdens zijn leven
gezegd heeft: "Na drie dagen zal Ik tot leven gewekt worden.''
Geef dus het bevel om het graf te beveiligen tot de derde dag. Want
anders komen zijn leerlingen Hem stelen en zeggen ze tegen het volk:
"Hij is opgewekt uit de doden.'' Die laatste misleiding zou
erger zijn dan de eerste.'
Pilatus zei tegen hen:
`U krijgt een wacht. Ga veiligheidsmaatregelen treffen zoals u nodig
acht.'
Ze gingen weg en na de steen verzegeld te hebben, beveiligden ze het
graf met de wacht.
Solostemmen
met koor " Nun ist der Herr zu Ruh gebracht …" "
Mein Jesu, gute Nacht."
Slotkoor
" Wir setzen uns mit Tränen nieder … "
[ naar boven ]
[ terug ]
|