WEIMAR - BUCHENWALD

 
algemeen
reisprogram
Weimar
Leipzig
Dresden
info & links
kaart
contact
home
.
Hieronder:
  • Gedicht uit het boekje “Buchenwald, ein Rundgang durch die Gedenkstätte" van Primo Levi (1919-1987, overlevende van Auschwitz)
  • Link naar foto's van Buchenwald
  • Toelichting op bezoek aan Buchenwald
    (uit folder: "Gedenkplaats Buchenwald")

Kijk voor meer informatie ook op de website van Gedänkstatte Buchenwald 
en een site over het kamp en leven in Buchenwald.

We kochten er het boek van de Nederlander Nico Pols die Buchenwald overleefde.

terug

naar Weimarpagina

Primo Levi (1919-1987, overlevende van Auschwitz)

Ist das ein Mensch?

Ihr, die ihr gesichert lebet
In behaglicher Wohnung;
Ihr, die ihr abends beim Heimkehren
Warme Speise findet und vertraute Gesichter:

Denket, ob dies ein Mann sei,
Der schuftet im Schlamm,
Der Frieden nicht kennt.
Der kampft urn ein halbes Brot,
Der stirbt auf ein Ja oder Nein.
Denket, ob dies eine Frau sei,
Die kein Haar mehr hat und keinen Namen,
Die zum Erinnern keine Kraft mehr hat,
Leer die Augen und kalt ihr Schoss
Wie im Winter die Kröte,
Denket, dass solches gewesen.

Es sollen sein diese Worte in eurem Herzen.
Ihr sollt über sie sinnen, wenn ihr sitzet
In einem Hause, wenn ihr geht auf euren Wegen,
Wenn ihr euch niederlegt und wenn ihr aufsteht;
Ihr sollt sie einscharfen euern Kindern.

Oder eure Wohnstatt soll zerbrechen,
Krankheit soll euch niederringen,
Eure Kinder sollen das Antlitz von euch
Wenden.
 

Bekijk de foto's van Buchenwald

naar boven

Toelichting op een bezoek aan de Gedenkplaats Buchenwald

Tekst uit folder: Gedenkplaats Buchenwald


In juli 1937 werd op de Ettersberg bij Weimar in Thüringen het concentratiekamp Buchenwald opgericht. In eerste instantie was het bestemd voor politieke tegenstanders van het nationaal-socialisme, meervoudig veroordeelde criminelen, „asocialen", joden, Jehova's getuigen en homoseksuelen. Vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog werden er steeds meer mensen uit andere landen opgesloten. Bij de bevrijding kwam 95% van de gevangenen niet uit Duitsland.

Met name na 1943 werden de gevangenen van Buchenwald (en van de in totaal 136 bijkampen) op een meedogenloze manier uitgebuit in de oorlogsindustrie. Vanaf de herfst van 1944 gold dat ook voor vrouwen. Hoewel Buchenwald geen kamp was waar planmatig volkerenmoord plaatsvond, zijn er op grote schaal krijgsgevangenen gedood. Daarnaast zijn vele gevangenen het slachtoffer geworden van medische proeven en de willekeur van het SS-personeel. Door gedetineerden voor de vernietigingskampen te selecteren maakte Buchenwald deel uit van het vernietigingsapparaat van het nationaal-socialisme. Begin 1945 werd het kamp eindstation voor transporten uit de opgeheven kampen Auschwitz en Gross-Rosen.

Vlak voor de bevrijding probeerde de SS het kamp te ontruimen en werden 28.000 gevangenen hals over kop geëvacueerd. Voor velen betekende dat een wisse dood. Ongeveer 21.000 gevangenen - onder wie 900 kinderen en jongeren - bleven in het kamp achter. Op 11 april 1945 bereikten eenheden van het 3e Amerikaanse leger de Ettersberg. De SS vluchtte. Gedetineerden die lid waren van het geheime verzet in het kamp, openden van binnenuit de poort. In totaal telde Buchenwald van 1937 tot 1945 meer dan 250.000 gevangenen, van wie er ruim 50.000 de dood vonden.

Van 1940 tot 1945 hebben in het concentratiekamp Buchenwald 2.818 Nederlanders gevangen gezeten. Ongeveer 500 van hen hebben het niet overleefd.

Van 1945 tot 1950 werd het terrein van het voormalige concentratiekamp door de Sowjet-bezettingsmacht als interne-ringskamp gebruikt. Het was voornamelijk bestemd voor mensen die lid waren geweest van de NSDAP of op een of andere manier het nationaal-socialistische regime hadden gediend, maar ook voor willekeurig gearresteerden. Van de ongeveer 28.000 geïnterneerden zijn er meer dan 7.000 gestorven, vooral als gevolg van verwaarlozing en ondervoeding. De doden liggen ten noorden van het kamp en in de buurt van het spoorwegstation in massagraven bedolven.

naar boven

In verband met de oprichting van een monument voor het anti-fascistische verzet is het kamp vanaf 1951 voor het grootste deel gesloopt en in 1958 samen met het monument ingewijd als „Nationale Herdenkingsplaats Buchenwald". De huidige gedenkplaats wordt beheerd door de „Stiftung Gedenkstatten Buchenwald und Mittelbau-Dora", financieel daartoe in staat gesteld door de Duitse bondsregering en de deelstaat Thüringen. Zij herinnert in de allereerste plaats aan het nationaal-socialistische concentratiekamp, maar ook aan het Sowjet-interneringskamp.

Een bezoek aan Buchenwald begint in Weimar. Hier kwamen de gevangenen aan en van hieruit werden ze doorgestuurd naar Buchenwald. Ook passeerden vele treinen op weg naar de vernietigingskampen het station van Weimar. In de stad herinneren tal van plaatsen aan het nationaal-socialistische systeem en aan misdaden die in Weimar of op de nabijgelegen Ettersberg hebben plaatsgevonden, zoals de Marstall (zetel van de Gestapo), het gerechtsgebouw, het voormalige „Gauforum" (begonnen in 1937, onvoltooid) en een tuinafscheiding in de Bauhausstrasse (voor een deel bestaande uit palen uit de omheining van het concentratiekamp).

Net als toen leidt de weg van Weimar naar Buchenwald via de Ettersburger Stra8e. Ongeveer 2 kilometer buiten de bebouwde kom, bij de Frederic-Manhès-Platz (de obelisk is uit 1961), begint de door gevangenen uit het concentratiekamp verharde weg („bloedstraat") naar het kamp. De weg is voor een deel nog in oorspronkelijke toestand. Evenwijdig hieraan liep de in 1943 eveneens door gevangenen zelf aangelegde spoorlijn.

Na ongeveer 3 kilometer ziet u links het Monument (1958) en passeert u het dichtbegroeide terrein waar eens de garages van de SS-troepen (links) en de Gustloff-wapenfabriek II (rechts) stonden.

Vervolgens bereikt u het voormalige station van Buchenwald. Vanaf 1943 werden er op grote schaal mensen uit alle delen van Europa overgeladen, bestemd voor de oorlogsindustrie, en werden er op grote schaal arbeidsongeschikte gevangenen naar de vernietigingskampen gestuurd. Ook kwamen hier in 1945 de transporten uit de ontruimde kampen in Oost-Europa aan.

De directe toegang vanaf de weg en het station naar het kamp werd gevormd door de Carachoweg. Daar was de kampbewaking gevestigd. Van die gebouwen staan het tankstation, de garages en resten van het hoofdkwartier (1938) nog overeind.

De parkeerplaats en de bushalte bevinden zich op de plaats waar eens het voormalige exercitieterrein van de SS was. Een deel van de kazerne (1937-1939) is nog intact en in gebruik.

 

naar boven
terug